zondag 26 augustus 2012

Week 35 - Verleiding

En toen de duivel elke verzoeking beëindigd had,
verliet hij Hem tot een bepaalde tijd.
HSV

Toen de duivel hem op alle mogelijke manieren op de proef had gesteld,
ging hij van hem weg, tot een bepaalde tijd.
GNB

Lucas 4:13

‘Je geeft je vinger en ze pakken je hele hand.’
Aan dit spreekwoord moest ik denken toen ik zo mijn gedachten liet gaan over het woord ‘Verleiding’ en de bovenstaande tekst.
Ik denk dat iedereen het wel kent en het ook wel ondervonden heeft dat het een waar woord is.
En ik geloof ook dat het zo werkt met de duivel.

De bovenstaande tekst is de afsluiting van het gedeelte waarin Jezus door de duivel werd verzocht in de woestijn.
(Lucas 4:1-13)
Ik weet nog, dat, toen ik nog heel jong was, weleens dacht van; ‘ Ja, voor Hem is het niet zo moeilijk, Hij is en blijft wel God, ik ben maar mens. En, hoe erg was die verleiding nu voor Hem, alles was toch al van Hem.’
In de jaren die volgden heb ik toch wel wat bijgeleerd (gelukkig).
Wat las ik het maar half en lette ik meer op mijzelf dan op Hem.

Als ik nu terugga naar het gedeelte waar Jezus werd verzocht, ga ik zelfs nog iets verder terug, namelijk naar Zijn doop.
(Lucas 3:21,22)
Waarom?
Ik ben gaan beseffen, dat Hij werkelijk op dezelfde wijze werd verzocht, als wij.
Ik weet niet hoe het bij jou is, maar ik heb gemerkt in mijn leven, dat verzoekingen juist vaak komen na een geweldig ervaring of een bijzonder iets wat God heeft gedaan; of gewoon, als ik Hem zo heel dichtbij ervaar, of  als ik me (gevoelsmatig) op de top van een berg bevind.
Dat was namelijk met Jezus ook zo.
Vlak voor de Heilige Geest Hem de woestijn inleidde, was Hij door Johannes gedoopt.
Toen Hij na de onderdompeling bovenkwam en bad, was daar dat bijzondere moment waarin de hemel zich opende en de Heilige Geest in de zichtbare gedaante als een duif op Hem neerdaalde en  God de volgende woorden sprak: ‘Jij bent Mijn beminde, Mijn geliefde Zoon, in Jou heb Ik behagen, vind Ik vreugde! Jij bent de Man naar Mijn hart!
Wat een moment!
Wat een bevestiging!
Ik geloof dat dit ook voor Jezus een heel bijzonder moment moet zijn geweest.
Welk een liefde spreekt uit deze woorden!
Welk een bevestiging van Zijn opdracht, van Zijn taak.
Wat een duidelijk zichtbaar moment van de vervulling van de Heilige Geest.
En het was na deze bijzondere gebeurtenis, dat de Heilige Geest Hem de woestijn inleidde.

Jezus was vol van de Geest, staat er, toen de Heilige Geest Hem naar de woestijn leidde, waar Hij 40 dagen door de duivel werd verzocht.
En in die tijd at Hij niets; toen de dagen voorbij waren, kreeg Hij honger.
Vanaf dat moment wordt er beschreven waarmee de duivel Hem verzoekt.
Maar daarvoor, in die 40 dagen, werd Hij ook al verzocht door de duivel.
‘De Heilige Geest leidde Hem de woestijn in, WAAR Hij 40 dagen door de duivel werd verzocht’, staat er. (vers 2)
En al die dagen at Hij niets.
‘Toen die dagen voorbij waren, kreeg Hij honger.’
Toen pas voelde Hij de uitwerking van die 40 dagen niet eten.
Jezus was volledig mens geworden, dus Hij zal ongetwijfeld toen, in menselijke bewoordingen ‘een barstende honger’ hebben gehad.
(als ik het zo even mag zeggen)
En dan komt satan met zijn laatste paar verzoekingen, ik denk de ultieme verzoekingen van al die dagen dat Hij verzocht is geweest, omdat deze wel opgeschreven zijn.
En deze verzoekingen, deze verleidingen, komen op het moment dat Jezus het zwakst is; na een hoogtepunt en op het zwakste moment.
Hoe zou ik me nog ooit af kunnen vragen of Hij wel op dezelfde wijze werd verzocht als wij?

De duivel zei tegen Hem:
‘Als U de Zoon van God bent, zeg dan tegen deze steen hier dat hij in brood moet veranderen.’ (vers 3)

Toen nam hij Jezus mee naar een hoog punt en liet Hem in één ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien.
‘Al die macht, al die pracht, zal ik U geven,’ zei hij, ‘want zij zijn mij in handen gegeven en ik kan ze geven aan wie ik wil.
Kniel dus in aanbidding voor mij neer, en het is allemaal van U.’ (vers 5-7)

Daarna bracht de duivel Hem naar Jeruzalem, zette Hem boven op het tempeldak en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, laat U dan van hier naar beneden vallen! (vers 9)

Maar Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: …  (vers 4)
Maar Jezus antwoordde en zei tegen hem: Ga weg van Mij, satan, want er staat geschreven: …  (vers 8)
Maar Jezus antwoordde en zei tegen hem: Er is gezegd: …   (vers 12)

En toen de duivel elke verzoeking beëindigd had, verliet hij Hem tot een bepaalde tijd.

Dan zijn we weer aangekomen bij de tekst die het uitgangspunt is van nadenken over verleiding.
De duivel laat de Here Jezus verder met rust tot …

Er liggen heel wat lessen, maar ook een grote bemoediging in dit gedeelte voor ons verscholen.
Hoe om te gaan met verleidingen en het feit dat Jezus ons echt in alles is voorgegaan.
Ja, Hij was God, maar Hij was ook volledig mens.

De duivel zal geen kans onbenut laten om ons te verzoeken, om ons te verleiden, om ons tot zonde te brengen.
En ja, heel vaak zal dat gebeuren op het moment dat je zwak bent of na een ‘hoogtepunt’.
Hoe dichter we bij God willen leven, hoe meer we willen worden als Jezus, hoe groter de kans dat de duivel zal komen om ons te verleiden en onderuit te halen.
Hoe belangrijk is het daarom ook dat we Gods woord kennen, zodat we ook in staat zullen zijn op de cruciale momenten stand te houden en niet voor verleidingen te bezwijken.
De Here Jezus laat het ons ook duidelijk zien.
Steeds opnieuw is Zijn weerwoord tegen de duivel: ‘Er staat geschreven: …’
Hij gaat niet met de duivel in discussie, nee, het is kort en bondig: ‘Er staat geschreven: …’

Ik moet nu ook denken aan de tekst van een visje-poster: ‘Als je met verleiding in discussie gaat, … ben je al op weg om ervoor te bezwijken.’  (www.visje-posters.nl)
Ga niet met de boze in discussie, want dat verlies je.
Geef hem gewoon geen enkele kans.
Dat is wat Gods woord ons ook zegt.
Efeze 4:27 – ‘…en geef de duivel geen plaats.’ (HSV)
In andere vertalingen staat: geen ‘kans’, of geen ‘voet’.
Met andere woorden, geef hem geen enkele ruimte om je leven binnen te komen!
En houdt daarbij in gedachten, dat hij gemeen en geniepig is, laag bij grond, een leugenaar en bedrieger!

Jacobus 4:7 zegt: ‘Biedt weerstand aan de duivel! en hij zal van je wegvluchten.
Biedt weerstand vast in het geloof!, zegt ook Petrus in 1 Petrus 5:9; in de wetenschap dat hetzelfde lijden ook aan al uw broeders  in de wereld opgelegd wordt.

We worden gewaarschuwd in 1 Petrus 5:8, dat de duivel rondgaat als een briesende leeuw op zoek naar wie hij kan verslinden.
Hij zit dus echt niet stil!

1 Tessalonicenzen 5:9 roept ons ook op om niet net als anderen te slapen, maar om wakker te zijn en op onze hoede.
‘Laten uw lendenen omgord zijn en de lampen brandend’, zegt Lucas 12:35.
‘Houd dan stand, uw middel (lendenen) omgordt met de waarheid, en bekleed met het borstpantser van de gerechtigheid, zegt Efeze 6:14.

Ken je vijand; onderschat hem niet en weet dat hij alleen verslagen kan worden met geestelijke wapens.
God heeft ons de wapenrusting niet voor niets gegeven.

Efeze 6:10-18:

Verder, mijn zusters en broeders,
word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht.

Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.
Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.

Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede.
Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.
En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.




Lieve Vader in de hemel, dank U wel voor alles.
Dank U wel, voor Uw waarschuwingen, Uw lessen, Uw woorden van en tot bemoediging.
Dank U wel, dat U altijd naar ons ziet en het beste met ons voor heeft.
Vergeef ons, dat we zo vreselijk eigenwijs zijn vaak – meestal.
Vergeef ons dat we Uw wijze raad zo vaak in de wind slaan.
U waarschuwt ons en wij willen vaak eerst nog onderzoeken of het wel zo is, of dat het wel zo erg is als U zegt, of wij vinden wel dat het meevalt, om er vervolgens, vroeg of laat achter te komen, dat U gelijk had en niet wij.
Laat ons leren, Vader van Uw woord en door Uw woord en dank U wel voor Uw geduld met ons.
Vergeef ons onze eigenwijzigheid, en ik dank U met heel mijn hart voor Uw liefde, vergeving en genade.
Help ons, Vader, om Uw woorden ter harte te nemen en om waakzaam te zijn.
Help ons om niet in discussie te gaan, maar om net als Uw Zoon, onze Here Jezus Christus, Het zwaard – dat is Uw Woord – op te nemen en te gebruiken.
Geef ons zo een enorme liefde in ons hart voor Uw woord en doe het ons verstaan door Uw Heilige Geest.
Dit bid ik U met heel mijn hart in Jezus ‘Naam.

- Amen -




Ik word stil
en laat diep tot me doordringen
hoe U mij hebt voorgeleefd.
Ik hoef slechts
Uw voorbeeld te volgen
om te zien hoe satan
vlucht en beeft.

Geef mij, Heer,
een onuitsprekelijke liefde
voor U en Uw woord.
Laat mij meer en meer
getuige zijn van haar kracht,
die elke verleiding van satan
weerlegt en vermoordt.

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten